ZILVER, de latijnse medicinale
naam is Argentum metallicum.
Zilver wordt in alle culturen in de geneeskunde al vele
honderden jaren gebruikt in een of andere toepassing. In de huidige tijd
staat internationaal de medische toepassing van zilver weer steeds
meer in de belangstelling.
Zuiver zilver wordt gebruikt in een colloïdale
vorm als oplossing en verwrijving (vermaling) of in verbindingen van
zilver met andere stoffen.
Colloïden zijn in de natuur de kleinste deeltjes
waarin een stof fijn gemaakt kan worden en waarbij deze toch nog zijn
karakteristieke eigenschappen behoudt. Deze stoffen worden al naar hun
toepassing uitwendig of inwendig gebruikt.
GESCHIEDENIS.
Zilver was al minstens 1200 jaar bekend als een bacteriebestrijder.
Onze grootouders in verschillende werelddelen maakten van de zuiverende
werking van zilver gebruik. Bij de vroegere adel en koningshuizen werden
zilveren bekers en schalen gebruikt omdat dat beter voor de gezondheid
bleek. Voedingsmiddelen die in zilveren bussen werden bewaard bleven langer
goed. Zilveren munten werden in de melk gestopt om deze bij kamertemperatuur
langer vers te kunnen houden. Wist u dat vroeger in veel laboratoria (
tot ca. 1970) glazen kweekschalen voor bacteriën werden gesteriliseerd
door er een zilveren plaat in te leggen.
TOEPASSING VAN ZILVER.
Door de ontdekking van de bacterie en de ontdekking dat
zilver een bacteriedodend effect heeft in het eind van de jaren 1800 en
begin 1900 ontstond een geweldige stimulans in verder onderzoek en toepassing
van zilver.
Zilver werd op verschillende manieren verwerkt om het
inwendig op te kunnen te nemen als medicijn of als injectievloeistof.
Zilver in de vorm van colloïdaal zilver en andere
zilverpreparaten zijn in de periode vanaf 1900 tot 1940 in vele honderden
miljoenen gevallen gebruikt in Europa en Amerika.
Publicaties gedurende meer dan honderd jaar over klinisch
en experimenteel onderzoek hebben laten zien dat zilver een verbazingwekkend
veilige stof is, hierin verschillend van zijn neefjes in de zware metalen
zoals lood, kwik, cadmium en goud.
Hedendaags toxicologisch onderzoek bevestigt deze veiligheid.
meer info over onderzoek
en toepassing
Bij normaal inwendig gebruik van zilver wordt dit
geleidelijk weer door het lichaam uitgescheiden. Men krijgt dagelijks enkele
microgrammen (1 microgram= een miljoenste gram) zilver binnen bij het gebruik
van colloïdaal zilver.
In de jaren 1900 tot 1940 werd voor therapeutische doeleinden
ongelimiteerde injectiehoeveelheden gebruikt van 0,5 mg tot 1 mg
zilver (dit is 500 tot 1000 microgram!). Incidentele injecties van
10 mg of hoger waren normaal.
ZILVER WAS EEN HOOFDPIJLER IN DE MEDISCHE BEHANDELING.
Vanaf 1900 tot het begin van het tijdperk van de moderne
antibiotica - ca 1940 met de introductie van de sulfa-preparaten
was zilver een van de hoofdpijlers van de medische praktijk in Europa en
de U.S.A.. Zilver in diverse verschillende bereidingen werden gebruikt
om honderden verschillende ziekten te behandelen.:
longziektes zoals longontsteking, tuberculose en borstvliesontsteking,
geslachtsziektes zoals gonorroe en syfilis, huidaandoeningen zoals
snijwonden, zweren, eczeempuisten, impetigo, acne, verder ook acute- en
epidemische hersenvliesontsteking, infectieziektes zoals wondroos, blaasontsteking,
tyfus, steeds terug kerende koortsen, amandelontsteking, oogziektes als
traanzakontstekingen, hoornvliesontstekingen, bindvliesontstekingen
en ooglidontstekingen, verschillende vormen van bloedvergiftiging, bij
infecties in het kraambed, buikvliesontsteking enz enz
In 1939 werden door W. Hill & D. Pillsbury
94 verschillende zilverpreparaten geregistreerd die tot 1939 in gebruik
waren. (W. Hill & D. Pillsbury, Argyria- The Pharmacology of
Silver, Baltimore: Williams & Wilkins, 1939)
Echter met de opkomst van het antibioticatijdperk en
de farmaceutische industrie kwam zilver snel in ongebruik en werd vervangen
door sulfapreparaten en daarna de penicillines die bij honderden variaties
op de markt gebracht werden, om daarna bijna geheel te worden vergeten.
meer info over onderzoek
en toepassing
Zilver in colloïdale vorm gebruikt, blijkt een krachtig,
antibioticum te zijn en werkt preventief voor infecties. Werkend als een
katalysator verstoort het een enzym dat eencellige bacteriën, virussen
en rottingsbacterien nodig hebben voor hun zuurstofstofwisseling.
Zilver werkt zonder kwaad te doen aan menselijke enzymen of onderdelen
van de menselijke chemie van het lichaam. Het resultaat is destructie
van de ziekte veroorzakende organismes in lichaam en voedsel. Een verdunning
van 6 delen zilver op 1 miljoen delen water is voldoende om ziekmakende
bacteriën te doden. Colloïdaal zilver blijkt daarnaast
ook nog een stimulans te zijn voor het afweersysteem om de ziektekiemen
te vernietigen en werkt tevens algemeen ontstekingremmend.
|
Goud,
de latijnse naam is Aurum metallicum.
Goud komt als sporenelement
algemeen voor in de bouwstenen van het menselijk lichaam. Het komt vooral
voor in de hersenen maar over fysiologische werking van goud is wetenschappelijk
weinig bekend. Tegenwoordig staat goud in zijn medicinaal gebruik steeds
meer in de belangstelling.
De beroemde Paracelcus kende
het gebruik van goud al tegen syfillis en lepra.
In de tweede helft van de jaren
1800 kwam het gebruik van goud bij de bestrijding van syfilis weer in de
mode.
Paraselsus
en de oude arabieren
beschouwden goud ook als een verjongend middel bij de ouderdom.
In de oudheid werd goud in poedervorm
gebruikt tegen melancholie en hartaandoeningen een indicatie die
ruim 100 jaar geleden door de homeopathie weer opgepakt is en een belangrijke
toepassing is geworden.
In de jaren 1930 werd goud door
de reguliere geneeskunde weer toegepast in de tuberculose-therapie in een
poging de tubercelbacillen te bestrijden. Verder werd het weer ingezet
bij chronische gewrichtsontsteking, lupes erythematodes, psoriasis,
lepra en syfilis.
De uitwerking van goud wordt niet
zo zeer gezien als een bacterie-doder maar meer als een activator
van het reticulo-endotheliale systeem (afweersteem) net als bij andere
metaal-katalysatoren zoals ijzer, koper.
In de school van de klassieke
homeopathie is uitgebreid onderzoek geweest over de uitwerking van goud
op ons lichaam.
Goud heeft een uitgesproken werking
op het centrale zenuwstelsel, bindweefsel, beenderen, ogen, hart en bloedvaten,
klieren en baarmoeder.
Het aderlijke vaatsysteem is een
speciaal aangrijpingspunt van goud. De typische mens die bij goud past
heeft last van algemene congestie (stuwing) van bloed vooral naar
het hoofd. Hij heeft een rood hoofd en hoge bloeddruk en aanleg voor
een hersenbloeding.
De goudpatient is zwaar op de hand,
heeft een vermoeide gang en houding en heeft psychisch last van woede,
soms hevige angst en zelfmoordverlangens.
De constitutie van de typische
goudpatient heeft neiging tot uitgebreide sclerose (verkalking) van de
aderen, lever en hersenen met alle ziektes die hieruit voortkomen.
Bij de zintuigen worden de aandoeningen
van deze patient gekenmerkt door prikkelingen t.g.v. ontstekingen en vaatstuwingen
van een chronisch karakter. Bij de ogen betreffen ze vooral het inwendige
oog (glaucom, iritis, netvliesaandoeningen) bij de oren zien we ontstekingen
waarbij zowel het bot alsook de gehoorzenuw wordt aangedaan. Bij de neus
zien we zweren en ontstekingen van het neusbeen en de stinkneus. De lever
is verhard en vergroot gecombineerd met hartproblemen.
De onstoken botten of beenvliezen
doen vooral 's nachts pijn.
Goud wordt gebruikt bij chronische
gewrichtsreuma, artrose en osteochondrose.
Het gebruik van goud bij klierziektes
(scrofulose) en ziektes van de geslachtsorganen is erg oud en is
opnieuw door de klassieke homeopathie ingevoerd waarbij het goud
en zijn verbinding met chloor ook regelmatig bij een myoom (vleesboom)
van de baarmoeder wordt gebruikt.
Goud, met verstand van zaken gebruikt,
is een prachtig middel en vaak van onschatbare waarde bij mensen met
zelfmoordneigingen
( hier een hoge verdunning Aurum
metallicum gebruiken)
Goud is veel toxischer dan zilver
en geen middel om zomaar zonder indicatie langdurig te gebruiken of
zomaar mee te experimenteren.
Goud past bij mensen waarbij de
klachten bij de aard van het middel passen. Het betreft hier dus mensen
die een aanleg tot aderverkalking hebben en aanleg tot hoge bloeddruk met
melancholie en depressie.
De in de vorige eeuw beroemde
arts Alfons Stiegele uit de oude duitse homeopatische school
gebruikte o.a. Aurum colloïdale bij aandoeningen van hart en bloedsomloop.
Een studie over de uitwerking en toepassing
van goud en diverse verbindingen van goud met chloor , jodium , zwavel
en arsenicum van Dr. Alfons Stiegele (voormalig geneesheer-directeur van
het Robert Koch-ziekenhuis in Stuttgart) uit zijn materia medica van 1949.
|